Ambachtsheer François van Aerssen

Koop heerlijkheden Sommelsdijk en St. Adolfsland (1611 - 1612)

In de zeventiende eeuw zijn er nog geen gemeenten. Het gebied van de gemeente, dus niet alleen het dorp met die naam maar ook het buitengebied, valt dan onder zeggenschap van een ambachtsheer of -vrouw.

Zo’n ambachtsheer heeft bepaalde (heerlijke) rechten. Zo mag hij onder andere de schout (burgemeester) en dominee benoemen, maar ook allerlei belastingen heffen. Het bekendst is wel het tiendrecht, dat is een tiende deel van de opbrengsten van de boeren. Veel van die ambachtsheren zijn van adel. Een zogenoemde ambachtsheerlijkheid blijft soms eeuwenlang in de familie.

In de Gouden Eeuw zijn er zakenmannen en anderen die veel geld verdienen. Zij willen ook wel een eigen ambachtsheerlijkheid. Het is niet alleen een aardige geldbelegging, je krijgt er ook meer aanzien door. Veel van hen besluiten hun achternaam te verlengen met de achtervoeging van de naam van de ambachtsheerlijkheid, die ze hebben gekocht.

François van Aerssen (1572-1641) heeft een succesvolle diplomatieke loopbaan. Hij weet veel geld te verdienen en besluit op 12 maart 1611 de heerlijkheid Sommelsdijk van Herman van Bourgondië te kopen. De familienaam wordt nu: Van Aerssen van Sommelsdijck en dat klinkt natuurlijk veel voornamer. Het volgende jaar koopt hij ook nog eens de heerlijkheid Sint Adolphsland (Ooltgenplaat en Den Bommel) van Jan van Croy. Beide ambachtsheerlijkheden blijven zo’n tweehonderd jaar eigendom van deze familie.

De familie Van Aerssen woont niet in Sommelsdijk of in Ooltgensplaat, maar in Den Haag of in het buitenland. Zo koopt een kleinzoon van François, Cornelis (1637-1688), in 1683 een derde deel van de kolonie Suriname. Hij vormt dan samen met de stad Amsterdam en de West Indische Compagnie de ‘Geoctroyeerde Sociëteit van Suriname’. Hij wordt daar gouverneur. Na een ruzie met zijn eigen soldaten wordt hij door hen vermoord.

De Van Aerssens wonen dan wel niet op Goeree-Overflakkee, de meeste familieleden zijn er wel begraven. De eerste ambachtsheer, François, laat in de kerk van Sommelsdijk een grafkelder maken, die is versierd met een witmarmeren praaltombe. Het moet een prachtig monument zijn geweest in de kerk, maar in 1799 is de kerk door brand verwoest en veranderd de graftombe in een puinhoop. Na de brand is de kerk niet meer helemaal herbouwd. De grafkelder komt in de buitenlucht te staan. Wat nu nog rest is een eenvoudig, klein gebouwtje. De familie Van Aerssen van Sommelsdijck is begin van de negentiende eeuw uitgestorven. De nog bestaande heerlijke rechten zijn toen verkocht.

Niet alleen Sommelsdijk en Sint Adolfsland zijn ambachtsheerlijkheden, de andere dorpen op het eiland zijn dat ook geweest of zijn het nog steeds. Sommige heerlijkheden zijn opgeheven, voor de andere stellen hun rechten niet veel meer voor. In het begin van de negentiende eeuw zijn de ambachtsheerlijke rechten grotendeels vervallen.

Meer informatie over de familie van Aerssen van Sommelsdijck; klik op onderstaand document: