Bataafs/Franse tijd
Een tijd van veranderingen (1795 - 1813)
Aan het eind van de achttiende eeuw is het onrustig in Europa. In 1789 is in Frankrijk een revolutie uitgebroken. In de Nederlanden zijn er voor- en tegenstanders van de Franse Revolutie, patriotten en oranjegezinden.
Met hulp van Nederlandse patriotten wordt Nederland door Franse troepen veroverd en gaat dan de Bataafse Republiek heten. Het wordt een roerige tijd. Ons land is dan nog onafhankelijk van Frankrijk, maar de invloed vanuit Frankrijk is bijzonder groot. In 1806 benoemt Napoleon zijn broer Lodewijk tot koning van Holland, maar in 1810 wordt koning Lodewijk Napoleon door zijn broer afgezet. Nederland wordt dan ingelijfd bij het Franse Keizerrijk.
In de Bataafs-Franse tijd verandert er veel in Nederland. Goeree-Overflakkee wordt niet overgeslagen. In 1798 wordt het eiland ingedeeld in Ring III, met Zierikzee als hoofdplaats. Het hele eiland is dan Zeeuws, maar dat is maar van korte duur, want in 1801 gaat Goeree-Overflakkee (met uitzondering van Sommelsdijk) tot het Departement Holland behoren. In 1805 wordt Sommelsdijk – tot die tijd als enige Zeeuws – net als het overige deel van het eiland Hollands. In 1811 is er nog een plan geweest om Middelharnis en Sommelsdijk samen te voegen tot één plaats: Napoleonstad.
Op verschillende plaatsen op het eiland zijn Franse soldaten gelegerd. De bevolking is voor het grootste deel oranjegezind, dus moeten ze weinig hebben van die Fransen. Daarbij krijgt men te maken met allerlei beperkingen en vorderingen. Zo ondervinden de visserij en de landbouw direct de gevolgen en gaan belastingen flink omhoog. Verder vindt een reeks van incidenten plaats tussen de eilandbewoners en de Fransen. De vissers van Middelharnis weigeren herhaaldelijk hun vissersschepen af te staan aan de Franse marine.
Ooltgensplaat met aan de overzijde van het Volkerak de vesting Willemstad is van strategische betekenis. In 1811-12 wordt daarom net buiten Ooltgensplaat een fort gebouwd en nog enkele andere versterkingen, namelijk drie redouten en een batterij. Het dorp Ooltgensplaat ligt hier tussenin. Het is een aardig verdedigingswerk, dus laat de vijand maar komen! De vijand is nooit gekomen. Toch is het fort nog enige dagen strijdtoneel geweest. Aan het eind van 1813 vindt er een omwenteling plaats in Nederland; de Fransen worden verdreven. In november 1813 begint het ook op het eiland onrustig te worden. In Ouddorp en Goedereede lopen verscheidene mensen met oranjestrikken en in Dirksland en Middelharnis wordt de oranjevlag op de toren gehesen. In het geheim wordt door enkele militairen en een aantal burgers een plan gemaakt om het fort op de Fransen te veroveren. Op 4 december 1813 om 13.00 uur is het zover. Die dag is weer als gebruikelijk middagappèl in het dorp. Vijftig man moeten wacht gaan lopen in het fort. Ongewapend lopen zij het fort binnen. Daar goed en wel aangekomen wordt 'Oranje Boven' geroepen en worden de dertig aanwezige Fransen overmeesterd en gevangen gezet, waarna de brug wordt opgehaald. De Franse militairen in Ooltgensplaat en omgeving gaan zich hergroeperen en verschansen zich in de andere versterkingen. De overname van het fort gaat inmiddels als een lopend vuurtje over het eiland. De eilandbewoners begrijpen, dat de opstandelingen alle steun kunnen gebruiken en zij trekken massaal richting Ooltgensplaat. De volgende dag wordt er strijd geleverd. Zo'n 400 eilandbewoners voeren onder leiding van enkele militairen een aanval uit. Na enig verzet van de Fransen geven zij zich over. De andere dag verlaten 160 Franse militairen het eiland.
In deze periode zijn niet alleen negatieve dingen gebeurd. Onder Franse leiding zijn diverse wetten en regels ingevoerd, die tot op de dag van vandaag nog belangrijk zijn. De rechtspraak is herzien en voortaan centraal geregeld. Er komt één norm voor maten en gewichten, alle mensen worden via de burgerlijke stand ingeschreven en alle eigendommen worden netjes geregistreerd in het kadaster. Zo zijn er nog meer positieve zaken te noemen uit die tijd, maar in 1813 is de overgrote meerderheid van de Nederlanders blij dat de Fransen weg zijn.